Protocol Schorsing en verwijdering

Protocol Schorsing en verwijdering

Wanneer een leerling schuldig wordt bevonden aan ernstig grensoverschrijdend gedrag wat de veiligheid op school in het geding brengt, dan kan worden overgegaan tot schorsing. Dit houdt in dat de leerling voor ten hoogste één week de toegang tot de school wordt ontzegd. Bij herhaling van ernstig grensoverschrijdend gedrag kan worden overgegaan tot definitieve verwijdering van school.

In ons “Protocol Schorsing en verwijdering” wordt allereerst beschreven hoe de school volgens de wetgeving dient te handelen in geval van schorsing en verwijdering. Hierin bestaan enkele verschillen tussen de Wet op het primair onderwijs (WPO) en de Wet op het voortgezet onderwijs (WVO). Ook moet bij verwijdering rekening worden gehouden met de Wet passend onderwijs.

Vervolgens wordt er afzonderlijk beschreven in welke volgorde welke handelingen moeten worden verricht wanneer de school wil overgaan tot schorsing of verwijdering. Er wordt beschreven welke maatregelen getroffen moeten worden, aan welke voorwaarden het contact met de leerling en de ouders van de leerling moet voldoen en waarvan de onderwijsinspectie en de ambtenaar leerplichtzaken op de hoogte moeten worden gesteld.

Met betrekking tot het voornemen tot verwijdering bestaan er daarnaast nog concrete voorschriften over het kenbaar maken en het afhandelen van eventuele bezwaren. Daarnaast is het bij verwijdering essentieel dat de school pas tot verwijdering kan overgaan nadat er zorg voor is gedragen dat een andere school bereid is de leerling toe te laten. Als het een leerling betreft met extra ondersteuningsbehoeften dan is hier een extra voorwaarde aan gesteld.